Er zijn verschillende soorten coniferen waaruit gekozen kan worden, variërend van kleine struiken tot meer dan 100 meter hoge bomen. Een van de populairste coniferen is de den (Pinus sylvestris), die vaak wordt gebruikt als accentplant in tuinen, parken en andere openbare ruimtes. Andere soorten die vaak worden gekweekt om hun ruwe schoonheid, zoals de mammoetceder (Sequoiadendron giganteum), Douglas-spar (Pseudotsuga menziesii) en western red ceder (Thuja plicata).
Coniferen kunnen ook in container of als bonsai worden gekweekt, waardoor ze ideaal zijn voor tuiniers met weinig ruimte. De dennenappel (Pinus nigra) en de cypres (Cupressus sempervirens) zijn twee van de meest geschikte soorten voor bonsai.
Coniferen hebben weinig verzorging nodig om gezond en goed te blijven groeien. Ze hoeven niet veel water te krijgen, maar hebben wel wat licht nodig om hun optimale groei te behouden. Verder hebben de meeste coniferen geen extra bemesting nodig. Als ze in een container of als bonsai worden gekweekt, hebben ze af en toe wat meststof nodig om hun voeding te behouden.
Coniferen kunnen ook last hebben van insecten en schimmels, dus het is belangrijk om ze regelmatig te inspecteren op symptomen van infectie. Als er problemen worden gevonden, kunnen pesticiden of fungiciden worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de planten gezond blijven. Dit kan worden gedaan om de gezondheid van de conifeer en de andere planten in je tuin te behouden.
Coniferenbomen kennen een seizoensgebonden bloeiperiode, waarbij verschillende soorten bloeien op verschillende tijdstippen. De meeste coniferen hebben hun bloeiperiode in de winter of het vroege voorjaar. De bloemen kunnen variëren in kleur en geuren, afhankelijk van de soort conifeer. Sommige bloeien wit of lichtblauw, terwijl anderen geel of rood zijn.